Genealogische bronnen Genealogische bronnen voor 1811 Genealogische bronnen na 1811 Primaire genealogische bronnen voor 1811 Primaire genealogische bronnen na 1811 Secundaire genealogische bronnen voor 1811 Secundaire genealogische bronnen na 1811 Toegankelijkheid bronnen Burgerlijke stand Bevolkingsregister Persoonskaarten Kalender Historische context Kerkelijke context Sociaal/Politieke context Geografische context Tijdlijn

Datumaanduiding / Kalender

Een, niet zo groot, probleem in de oude archieven is het gebruik van de jaartelling en kalender.
Vroeger gebruikte men andere namen voor de namen.
Tevens kende men in Nederland vóór de achtiende eeuw een andere kalender.

Jaartelling

Voor een tijdrekening van langere duur was een jaartelling nodig. Het beginpunt daarvan wordt de epoche genoemd, de door een telling bestreken periode een era. De era waren in de oudheid meestal van beperkte uitgestrektheid en als epoche gold meestal een belangrijke plaatselijke gebeurtenis of een bestuurswisseling. Ook werden ver in het verleden liggende mythische tijdstippen wel als epoche aangenomen. Zo gaat de Byzantijnse era terug tot de schepping van de wereld, gesteld op een tijdstip overeenkomend met 5508 v.C. Deze tijdrekening is in Rusland tot in de 18de eeuw gangbaar gebleven.
 
In de westerse wereld wordt voor het begin van de jaartelling de geboorte van Christus genomen.
De jaarnummering werd in Rome oorspronkelijk gerekend ‘sedert de stichting van de stad’. Ook werd een telling in regeringsjaren van de consuls of keizers toegepast.
De tegenwoordig geldende jaartelling volgens de christelijke era werd in 526 ingevoerd door paus Johannes I en was uitgewerkt door de pauselijke chronoloog Dionysius Exiguus bij het opstellen van de paascyclus. In het jaar 241 van de era van Diocletianus stelde hij de door hem als epoche gekozen geboorte van Christus op 283 jaar voor deze era; het eerstvolgende jaar noemde hij 525 n.C. De nieuwe jaartelling werd vóór de 8ste eeuw weinig gebruikt, maar werd in de loop van de 10de eeuw algemeen.
Doordat men in die tijd het getal nul nog niet kende (dit getal werd omstreeks 600 geïntroduceerd door de Voor-Indiërs), liet Dionysius onze jaartelling beginnen op 1 januari van het jaar 1. Vóór het jaar 1 kwam dus direct het jaar -1. Als gevolg van dit feit begint een nieuwe eeuw of een nieuw millennium op 1 januari 101, 1 januari 201, enz., respectievelijk 1 januari 1001, 1 januari 2001, enz.

Romeins Republikeinse kalender

De tegenwoordig in een groot gedeelte van de wereld gevolgde tijdrekening gaat terug op de Romeinse kalender en heeft haar verbreiding vooral te danken aan haar functie als de christelijke kalender, die vooral tot doel had de regeling van de christelijke feestdagen, in het bijzonder voor het bepalen van de paasdatum.
 
De Romeinse republikeinse kalender, waarschijnlijk voortgekomen uit een plaatselijke kalender, was in de 6de eeuw v.C. in principe een maankalender van 355 dagen. Om de seizoenen op hun plaats te houden werd eens in de twee jaar aan het einde van februari (aanvankelijk de laatste maand van het jaar; in 153 v.C. werd het begin van het jaar verplaatst naar de Kalendae van Januarius) een Intercalans of Mercedonius genoemde periode van 27 of 28 dagen ingevoerd, waarvoor in de plaats de laatste vijf dagen van Februarius uitvielen. Doordat het aldus gevormde gemiddelde jaar iets te lang was en door onregelmatige toepassing van de intercalatie geraakte deze kalender geleidelijk steeds meer uit de pas met de seizoenen.

Juliaanse kalender

In het midden van de 1ste eeuw v.C. liet Julius Caesar advies uitbrengen door de Alexandrijnse astronoom Sosigenes. Op diens aanwijzingen werd in het jaar dat thans bekend is als 46 v.C. een extra intercalatie van 67 dagen toegepast om het lentepunt weer op de juiste plaats te brengen. Verder werd het principe van de maankalender geheel verlaten en vervangen door een kalender op basis van een zonnejaar van 365,25 dagen dat gerealiseerd zou worden door eens in de vier jaar een intercalatie van één dag uit te voeren tussen 23 en 24 februari. Hoewel 45 v.C. als het eerste jaar uit de Juliaanse kalender geldt, duurde het nog 48 jaar voordat het Juliaanse systeem goed functioneerde. Aanvankelijk werd niet opgemerkt dat ten gevolge van de Romeinse wijze van overlappend tellen iedere drie jaar in plaats van iedere vier jaar een schrikkeldag werd tussengevoegd. Deze fout werd door keizer Augustus tussen 8 v.C. en 4 n.C. gecorrigeerd door een aantal schrikkeldagen te laten uitvallen. Tevens werd in 9 n.C. de maand Sextilis omgedoopt tot Augustus (nadat eerder de naam van Julius Caesar was verbonden aan de maand Quintilis), waarbij tevens nog enkele wijzigingen werden aangebracht in de aantallen dagen van de maanden (omdat keizer Augustus zijn maand niet ondergeschikt wilde zien aan Julius). Sedertdien heeft het jaar zijn indeling behouden.

Gregoriaanse kalender

Reeds in de middeleeuwen ontstonden problemen doordat iedere eeuw volgens de Juliaanse kalender ruim 3/4 dag te lang was. In de 16de eeuw was de fout opgelopen tot 10 dagen. Paus Gregorius XIII hervormde de kalender door te besluiten dat op 4 okt. 1582 onmiddellijk 15 okt. 1582 zou volgen en dat alle schrikkeljaren op een vol eeuwtal dat niet door 400 deelbaar is, zouden vervallen. Zo was 1900 geen schrikkeljaar, zal 2000 het wel zijn, 2100 weer niet. Daardoor wordt de gemiddelde lengte van het Gregoriaanse jaar 365,2425. Het verschil met het ware tropische jaar (365,2422 dagen) is zo gering, dat pas in de verre toekomst een aanpassing nodig zal zijn. Dit ontwerp is uitgedacht door een geneesheer uit Calabrië, Aloysius Lilius, en bijgewerkt door een pauselijke commissie met C. Clavius als secretaris.
 
De Gregoriaanse kalender is slechts langzaam buiten de Kerkelijke Staat en de geheel katholieke landen aanvaard: in Engeland en koloniën (Noord-Amerika) eerst in 1752, in Duitsland volledig in 1776, in Zweden in 1823, in Rusland in 1918 (het verschil was inmiddels opgelopen tot 13 dagen).
In Nederland is de Gregoriaanse kalender in de verschillende provincies op diverse tijdstippen tussen 1582 (Holland en Zeeland) en 1701 (Drenthe) in gebruik genomen. Van 1582 tot 1701 bestond er tussen sommige gewesten een kalenderverschil van 10 dagen of meer (het aantal liep na 1582 nog op).

Namen van de maanden

Mnd   Gregoriaans   Fr.Republikeins   Hebreeuws   Oud-Nederlands  
01JanuaryVENDEMIAIRETishriLouwmaand
02FebruaryBRUMAIRECheshvanSprokkelmaand
03MarchFRIMAIREKislevLentemaand
04AprilNIVOSETevetGrasmaand
05MayPLUVIOSEShevatBloeimaand
06JuneVENTOSEAdarZomermaand
07JulyGERMINALAdar SheniHooimaand
08AugustFLOREALNisanOogstmaand
09SeptemberPRAIRIALIyarHerfstmaand
10OctoberMESSIDORSivanWijnmaand
11NovemberTHERMIDORTammuzSlachtmaand
12DecemberFRUCTIDORAvWintermaand


© Kirsten, Michelle, Pascal, Andre en Monique
Bron : Maak uw eigen stamboom, Gerard van de Nes, ISBN 90-5121-463-4
Bron : Encarta® - Encyclopedie. © 1993-2002 Microsoft Corporation/Het Spectrum