Verwantschap

In de genealogie is 'verwantschap' ongetwijfeld het begrip waar alles om draalt. Verwantschap is de genealogische relatie tussen personen. Zij bestaat of zij bestaat niet. Bij uw genealogisch onderzoek zult u slechts zijn geïnteresseerd in personen op grond van bepaalde verwantschapsrelaties. Andere personen zijn in dat verband immers voor u niet of nauwelijks van belang.

Bloedverwantschap en aanverwantschap

Er bestaan twee soorten verwantschap, bloedverwantschap en aanverwantschap. Bloedverwantschap ontstaat door geboorte, door afstamming van een zelfde stamvader. Bloedverwanten zijn vader, moeder, broer, zuster, oom, tante, zoon, dochter, neef en nicht.
Aanverwantschap ontstaat door huwelijk; een ander woord is zwagerschap. Aanverwanten zijn schoonvader, schoonmoeder, zwager, schoonzuster, aangetrouwde oom, aangetrouwde tante, schoonzoon en schoondochter. De beide verwantschappen eindigen met de dood. Juridisch gezien eindigt aanverwantschap ook bij scheiding. Maar aangezien het alweer ingewikkelder wordt als er kinderen zijn, voert het hier te ver hierop nader in te gaan.

Graden van verwantschap

Naast de twee soorten verwantschap bestaat er ook verschil in verwantschap. Men kan meer of minder verwant zijn aan iemand. De mate van verwantschap wordt uitgedrukt in verwantschapsgraden. Verwantschap kan rechtstreeks in opgaande of neergaande lijn verlopen, maar ook in zijwaartse. Hoe hoger de graad, des te verder de verwantschap.
Verwantschap in opgaande lijn gaat naar ouders en grootouders, kortom naar voorouders. Dergelijke verwanten noemt men ascendanten.
Verwantschap in neergaande lijn gaat naar kinderen en kleinkinderen, kortom naar afstammelingen. Deze noemt men descendanten.
Zijwaartse verwantschap gaat eerst terug naar een voorouder, en dan opzij naar een andere afstammeling dan de persoon van waaruit wordt gedacht. Dergelijke verwanten worden collateralen genoemd.

Verwantschappen

De gradentelling kan op Romeinse en op Canonieke wijze plaatsvinden. De Romeinse telling wordt gebruikt voor alle vormen van verwantschap. De Canonieke telling in feite alleen voor zijwaartse verwantschappen. De Canonieke telling werd door de katholiek kerk gehanteerd om de mate van verwantschap tussen aanstaande echtgenoten te bepalen. Wanneer deze verwantschap binnen een bepaalde graad lag (gebruikelijk was de vierde graad of nog dichterbij), dan was er sprake van huwelijksbeletsel, tenzij de pastoor of bisschop dispensatie verleende.
Bij de Romeinse telling, die we hier verder aanhouden, worden de verwantschappen van twee personen met een gemeenschappelijke voorvader bij elkaar opgeteld. Volgens deze telling zijn bijvoorbeeld vader en zoon in de eerste graad verwant, broer en zus in de tweede graad en neef en nicht in de vierde graad. Immers: vader naar zoon geeft een rechtstreekse verwantschapslijn (eerste graad), broer en zus zijn verwant via de vader (tweede graad), en neef en nicht zijn verwant via de vader van de neef en diens broer, de vader van de nicht (vierde graad).
Bij de Canonieke telling wordt het aantal generaties tot de gemeenschappelijke voorvader bij elkaar opgeteld en wel vanaf degene die de verste afstammeling is. Broer en zus zijn dan eerstegraads verwanten, neef en nicht tweedegraads. Volgens deze telling is dus iemand ten opzichte van de kleinzoon van zijn neef een verwant in de vierde graad. Immers: nicht en neef zijn verwant in de tweede graad, nicht en zoon van neef in de derde graad en nicht en kleinzoon van neef in de vierde graad.
Volgens de Romeinse telling is iemand ten opzichte van de kleinzoon van zijn neef een verwant in de zesde graad. Zie ook bovenstaande schema.

Hierin zijn alle verwantschapsbegrippen en vormen van verwantschap naar graden, zowel volgens de Romeinse als de Canonieke telling, ondergebracht. In de eerste graad bestaat er geen zijwaartse verwantschap.
Zoals uit het overzicht blijkt, zijn er tot en met de zesde graad (Romeins) in principe dus 68 soorten (6 [graden] x 6 [bloed- en aanverwanten] x 2 [man en vrouw] - 4 [zijwaarts 1e graad] = 68) verwanten mogelijk. Het Nederlands heeft voor al deze soorten slechts 26 namen ter beschikking, twintig voor bloedverwanten en zes voor aanverwanten.
Wanneer de overige, verdere verwanten moeten worden aangeduld, vervalt men in verdubbelingen van voorvoegsels (betbetovergrootvader, of achterachterkleinkind) of in complete omschrijvingen (overgrootvader van de echtgenoot, of aangetrouwde achterachterneef). In het overzicht zijn geen termen voor onechte verwantschap opgenomen. Hierbij kan worden gedacht aan woorden als pleegzoon, pleegdochter, pleegvader, pleegmoeder, enzovoort. Het Voorvoegsel pleeg kan vervangen worden door stief- of adoptief-.
Bepaalde talen, die door ons soms primitief worden genoemd, hebben voor al deze verwanten wel een afzonderlijke naam. In deze talen kunnen verschillende woorden gebruikt worden voor bijvoorbeeld de oudste broer en de jongste broer, enzovoort. In samenlevingen waar deze talen worden gesproken, spelen familieverbanden een heel grote rol.

Inteelt en incest

Als bloedverwanten aanverwanten worden is er sprake van inteelt, en als te nauwe bloedverwanten aanverwanten worden (wat juridisch niet kan) is er sprake van incest.
Van incest is sprake bij alle relaties tussen bloedverwanten in de eerste en tweede graad, dus bijvoorbeeld tussen vader en dochter of broer en zus. Deze relaties zijn in Nederland verboden. Huwelijken zijn toegestaan tussen bloedverwanten vanaf de derde graad. Tot voor enkele jaren was voor huwelijken in de derde en vierde graad, dus bijvoorbeeld tussen oom en nicht of neef en nicht, nog aparte toestemming vereist. Huwelijken tussen verwanten in de derde en vierde graad vormen tussen de één en twee procent van alle huwelijken die jaarlijks in Nederland worden gesloten.

Vroeg of laat zult u, vooral bij het uitzoeken van een kwartierstaat, soortgelijke onderlinge verwantschappen tegen komen. In vroegere tijden waren de gemeenschappen in Nederland kleiner en geïsoleerder dan tegenwoordig. Ook waren de sociale grenzen tussen de standen en klassen veel scherper. Bovendien huwde men in sommige kringen bij voorkeur met 'standgenoten' om de omvang van de onroerende bezittingen op z'n minst in tact te houden.

Incest en inteelt behoren tot de taboes van de mensheid. Nog steeds is niet afdoende verklaard wat daarvan de oorzaak is. Jongverliefden die er achter komen dat bijvoorbeeld hun moeders precies dezelfde naam hebben, schrikken in eerste instantie. Inteelt kan namelijk kwalijke gevolgen hebben voor het nageslacht, maar dat hoeft met altijd.
Toch moeten in de oudste menselijke samenlevingsverbanden huwelijken met zeer nauwe verwanten de gewoonste zaak van de wereld zijn geweest. Wellicht zijn de mythologische verhalen waarin goden met hun zusters huwen daarvan nog een overblijfsel. De Griekse oppergod Zeus was gehuwd met zijn zuster Hera; ook zijn ouders, Kronos en Rhea, waren broer en zuster. In het oude Egypte huwden de farao's eveneens regelmatig met hun zusters. De laatste vrouwelijke farao, Cleopatra VII (48 - 30 v.Chr.) was achtereenvolgens gehuwd met twee jongere broers, Ptolemaeus XIII en Ptolernaeus XIV. Huwen in de directe eigen verwantenkring heet endogamie (van gamos, het Griekse woord voor huwelijk). Zulke huwelijken werden niet gesloten door gebrek aan mogelijke partners in het algemeen, maar door gebrek aan gelijkwaardige partners. Wanneer huwelijken om die reden werden gesloten, spreken we van selectieve endogamie. Selectieve endogamie komt voor tussen mensen van een zelfde stand of klasse, of van een zelfde kerkgenootschap. In de Europese vorstenwereld is vooral de inteelt in de familie Habsburg bekend. In de zestiende en zeventiende eeuw huwden daar generaties lang ooms met dochters van hun zusters en neven met nichten. De laatste Spaanse koning uit dit huis, Karel II (1665-1700), achterkleinzoon van Philips II, was een geestelijk en lichamelijk gedegenereerd man. Zelfs hem liet men nog tweernaal huwen met nabije verwanten. Toen hij kinderloos overleed, brak de Spaanse Successieoorlog (1701-1713) uit.
Tot voor kort kwam ook in milieus van rijke boeren endogamie voor; deze deed niet veel onder voor die in de Europese vorstenhuizen van de zestiende en zeven-tiende eeuw.
In primitieve samenlevingen komt endogamie over het algemeen weinig voor. Daar is eerder sprake van exogamie, het huwen met leden van een andere stam. Veelal was exogamie daar zelfs verplicht. Zo kende de oudste Romeinse samenleving een huwelijksgemeenschap met de nabijwonende stam van de Sabijnen. Exogamie hoeft echter geen garantie tegen inteelt te zijn. Er kan immers steeds gehuwd worden binnen één zelfde familie van die andere stam.


Link naar genealogie (stamboom) van familie de Wit, Verhoeven en Vroegindeweij


In de navigatieblak bovenaan deze pagina, staan de links naar de diverse genealogische overzichten.
Volg de link naar Genealogische Overzichten Startpunt voor alle genealogische overzichten
Volg de link naar de Genealogieën De complete genealogie van de families
Volg de link naar de Familie Web Pages Overzicht van de (individuele) persoonskaarten

De diverse verwantschappen (vader/moeder, zoon/dochter, neef/nicht etc) komen natuurlijk tot uitdrukking in de diverse genealogische overzichten. Specifieke overzichten zijn :

Nog te doen


© Kirsten, Michelle, Pascal, Andre en Monique
Bron : Maak uw eigen stamboom, Gerard van de Nes, ISBN 90-5121-463-4