Kwartierstaat

De kwartierstaat is een voorgeslacht in zowel mannelijke als vrouwelijk lijn. Het is met andere woorden een overzicht van iemands complete afstamming. Omdat iedereen een vader en een moeder heeft, treedt in de kwartierstaat bij elke generatie (in dit geval vaak parentatie genoemd) die wordt teruggegaan een verdubbeling van het aantal voorouders op. Als gevolg daarvan is de schematische vorm van de kwartierstaat zeer regelmatig. Als u zelf een genealogisch onderzoek doet is het opstellen van de eigen kwartierstaat ook zeer boeiend, omdat elk gevonden feit rechtstreeks met uzelf te maken heeft, iets dat bij een stamboom veel minder het geval is. De kwartierstaat is de meest individuele genealogie.

Oorspronkelijk bestond de kwartierstaat uit een overzicht van slechts ouders en grootouders. Elke voorouder wordt kwartier genoemd; men spreekt daarom van 'de twee kwartieren van de ouders' en 'de vier kwartieren van de grootouders' enzovoort. Vandaar dus ook de naam 'kwartierstaat'. De persoon waarvan de ouders en grootouders werden genoemd, heette de proband of, wat tegenwoordig meer gebruikelijk is, de kwartierdrager. Hoewel de Romeinen ze al kenden, werden kwartierstaten pas vanaf de latere middeleeuwen geregeld gebruikt. De term 'proband', van het Latijnse 'probandus', verraadt enigszins de oorsprong van het gebruik van de kwartierstaat. Een 'Proband' is letterlijk 'een persoon die getoetst moet worden', wel te verstaan op zijn zuivere afstamming. Na de toetsing was hij probaat oftewel geschikt bevonden om toegelaten te worden tot een bepaalde instelling.

In de latere middeleeuwen ontstonden onder andere geestelijke instellingen voor ongehuwde adellijke dames en heren. Deze instellingen stelden er prijs op dat slechts echte adellijke dames en heren intraden. Ze moesten derhalve beschikken over vier adellijke kwartieren, dat wil zeggen dat hun grootouders alle vier tot de adel moesten behoren. Was dat niet het geval, dan werden ze met toegelaten. In de zestiende en zeventiende eeuw werd het aantal vereiste adellijke kwartieren vaak opgevoerd tot wel zestien. Dan moesten dus alle zestien betovergrootouders tot de adel behoren.

Kwartierstaten worden slechts opgesteld in samenlevingen waarin de vrouw meetelt en waarin alleen in een monogaam huwelijk verwekte kinderen erfgenamen kunnen zijn. In Europa was dat het geval vanaf ongeveer de tiende eeuw. Ook speelde vroeger - en speelt vaak nu nog, vooral bij de aristocratie - de waarde die wordt gehecht aan een standzuivere afstamming, ook van moederszijde, een rol bij het opstellen van een kwartierstaat.

De meeste mensen die uit liefhebberij de genealogie beoefenen, beginnen vroeg of laat aan hun kwartierstaat. Wanneer de kwartierdrager in het midden van deze eeuw is geboren, is het mogelijk met enig geluk een complete kwartierstaat van acht of negen generaties op te stellen. Bij acht generaties zijn er 254 voorouders; bij negen generaties zijn er 510.


Link naar genealogie (stamboom) van familie de Wit, Verhoeven en Vroegindeweij


In de navigatieblak bovenaan deze pagina, staan de links naar de diverse genealogische overzichten.
Volg de link naar Genealogische Overzichten Startpunt voor alle genealogische overzichten
Volg de link naar de Genealogieën De complete genealogie van de families
Volg de link naar de Familie Web Pages Overzicht van de (individuele) persoonskaarten

Specifieke kwartierstaten zijn :
© Kirsten, Michelle, Pascal, Andre en Monique
Bron : Maak uw eigen stamboom, Gerard van de Nes, ISBN 90-5121-463-4